Interdisciplinaire omgangsvormen/normen, -communicatie, stress en denkbare inhaligheid.
Bij een neuroloog leidde het ooit tot een misprijzende blik toen ik de naam van mijn beroep vrijwillig opdiende. Dat kwam niet voort uit het feit dat hij beroepshalve daarnaar informeerde, maar omdat hijzelf met een ingegipste, gefractureerde enkel op een kruk rondhupte. Mijn fout was feitelijk dat ik mijzelf – uiteraard voor de grap(?) – aanbood als behandelend fysiotherapeut. Tamelijk respectloos meldde de neuroloog dat hij niet veel vertrouwen had in ons beroep. Zó’n plank voor zíjn kop, want hij stelde achteraf wel tamelijk cru dat hij niets kon betekenen voor mijn Bells Palsy. Aangezien hij ook niets meer voor mij kon betekenen heb ik hem dan ook maar niet proberen uit te leggen dat hij de kruk heterolateraal moest gebruiken. (..) Trouwens bij een second opinion bij de KNO arts kreeg ik alsnog een stootkuur Prednison, en deze prescriptie heeft in ieder geval de kans op volledig herstel vergroot, hetgeen ook inderdaad gebeurde.
Een chirurg vertelde ooit zijn fysiogehoor tijdens een danig verlate lezing over heupprothesen, dat wij niet zo’n vervelende, lange rapporten moesten schrijven; hij las ze toch niet en ze waaiden ongelezen in zijn prullenbak. Het zat hem blijkbaar al heel lang dwars en nou kon het eruit ten overstaan van een verbouwereerd gehoor.
De man had dus aantoonbaar een constant gebrek aan tijd, hetgeen die bewuste avond min of meer bewezen leek te worden door zijn te late, haastige en afstandelijke entree in zijn nogal bebloedde werkoutfit. Hij kwam rechtstreeks en nog boordevol adrenaline van z’n OK binnenrossen. Geloof het of niet: onze verbouwereerdheid had overwegend betrekking op zijn onbetamelijke verschijningsvorm en niet zozeer op z’n verbale onbetamelijkheden; dit interne denkniveau was ons al wel bekend uit het orthopedisch/chirurgisch wereldje. Na wat onbenullige open deuren en anekdotische gemeenplaatsen, waarmee hij zijn onvoorbereide spreekbeurt brallerig en opgefokt vulde, ging onze avond uit als een OK-lamp. Wij hadden die man natuurlijk met zachte drang op een tafel moeten leggen en relaxatieoefeningen aanbieden.
Nemen we eens een fictieve abstractie:
Om een nog nader toe te lichten reden staat u in een soortement wachtkamer en kijkt naar de deur van de spreekkamer aan de overkant. Verwonderd stelt u vast dat er zich bovenin de deur een spionnetje bevindt, een kijkgaatje dus. U loopt nieuwsgierig naar deze deur, want het spionnetje intrigeert u, temeer er in de wachtkamer en achter de belendende balie verder niemand is die u daarop zou kunnen aanspreken. Uw oog positioneert zich optimaal voor het kijkgaatje en ziet precies middenin de kamer een bureau met daaraan links en rechts gezeten 2 personen. De setting is dermate abstract dat het lijkt of u in een kijkdoos tuurt met een geënsceneerde voorstelling.
Aangezien u zowat tegen de deur aanleunt, kunt u zelfs ook nog de conversatie daarbinnen goed gedissocieerd volgen.Er ontvouwt zich een vraag- en antwoordspel en u bemerkt al gauw dat er in de spreekkamer, zoals gesteld, 2 personen zitten, maar het lijkt óók of er zich gaandeweg zowel 2 zorgverleners als 2 zorgvragers ontpoppen.
Een van deze personen in deze setting is de zorgverlener (Th) en vraagt in een anamnese de andere persoon (Pt) een omschrijving van zijn klachten te geven:
Th: “Kunt u mij een omschrijving van uw klachten opsommen?”
Pt: “Opsommen? U denkt dat ik onder meerdere symptomen lijdt? Een vrachtwagen vol soms?”
Th: “Niet overdrijven. Maar in de praktijk is dat meestal het geval. Ik stel dat zo, opdat u zich niet geforceerd voelt om de helft te verzwijgen of erger, een door uzelf, zeg maar rustig, gestuurde selectie te geven.”
Pt: “Waarom zou ik symptomen verzwijgen?”
Th: “Ik noem dat de Cascadeblokkade.”
Pt: “Cascadewat? O wacht, ik denk dat ik dat wel snap ja. U bedoelt dus dat ik na vermelding van enkele symptomen zelf besef dat ik hypochonder en dan ga blokkeren?”
Th: “Hmm. U moet niet op mijn stoel gaan zitten en uzelf analyseren.”
Pt: “U bedoelt natuurlijk dat ik eigenlijk al weet wat ik mankeer?”
Th: “Twijfelachtig. Daar zou u toch al niet veel aan hebben. U benadert en vermengt dan namelijk uw zelfbenoemde symptomen met uw emotionaliteit. En dat veroorzaakt een vicieuze cirkel overgaande in spiraliserende escalatie van uw problematiek.”
Pt: “U weet nog niet eens wat ik mankeer. Vindt u niet dat u mij probeert te frustreren, dat u mij niet tot op uw niveau wil laten komen en accepteren?”
Th: “Ik ben niet het probleem, toch?”
Pt: “Ik ben toch géén probleem? Ik ben toch evenwaardig aan u? U zult toch ook wel uw symptomen hebben?”
Th: Allereerst bent u als mens evenwaardig, maar als uw gekozen zorgverlener sta ik boven u. U zoekt immers hulp bij mij? U accepteert derhalve mijn expertise. Nou dan?”
Pt: “U stelt dat laatste als een kwestieuze provocatie ervaar ikzelf!”
Th: “U vindt dus dat u ook evenwaardig bent aan mijn kwaliteit van bv. methodisch handelen als zorgverlener? Kom nou zeg!”
Pt: “Jazeker. Maar dan wel vanuit een andere zorgbenadering.”
Th: “Nou zeg, u doet nogal geheimzinnig. Ik kom niet achter uw bedoelingen buiten het mogelijke probleem waarvoor u eigenlijk hier komt. Of heeft het v e r d o r i e allemaal met elkaar te maken? Jezus t o c h m e n s, kom eens terug op aarde.”
Pt: “Uit hoofde van uw beroep gaat u ál te gauw door het lint. Wij zijn pas 5 minuten ver.”
Th: “Ja maar zeg eens…. Nou sorry, ok, ok, u hebt ergens wel gelijk. Ik lijd recentelijk wel onder stressgevoelens en dan wordt een ander, in dit geval uzelve, de dupe daarvan.”
Pt: “Hoe uit zich dat dan symptomatisch bij úzelve?”
Th: ??? “Welnu, ik-ke…heb vaker stekende pijn in de borst, tintelingen, hartbonzen, koude handen en voeten, stijfheid in vingers, benauwd gevoel op de borst, moeite met ademen. Tja.”
Pt: “Kijk, kijk. Nou u moest eens weten wat ík allemaal mankeer: een waas voor de ogen, angstig gevoel, in de war zijn, duizeligheid, gespannenheid, opgeblazen gevoel. Hallo zei u ook wat?”
Th: “Hééééh!!!”
Pt: “Hééééh!!! Dat is toch…..?”
Th: “De Nijmeegse Vragenlijst…..”
Pt: “….voor Hyperventilatie!!!”
Th: “Hoe kunt ú dat nou weten zeg? Wat doet u eigenlijk voor werk?”
Pt: “Ik ben fysiotherapeut, om u te dienen meneer de psychotherapeut.”
Th: “Wat leuk zeg. Kunnen we niet multidisciplinair coöpereren?”
Ft: :o) “Zeker weten. Laten we elkaar Ontspanning volgens Jacobsen bij Hyperventilatie geven. Het zijn tenslotte multidisciplinaire beroepsgebonden klachten.”
De zelf gecreëerde zeepbel spat abrupt uiteen, want:
“Hallo, hallo daar, wat doet u daar bij die deur. Zoekt u soms een WC?”
De aangesprokene, een collega fysio, draait zich verschrikt om en ontwaart achter de balie een receptioniste:
“O sorry hoor voor mijn ongegeneerdheid. Ik kon het niet laten om even door dat deurspionnetje van die spreekkamer te kijken.”
“Spionnetje, spreekkamer? Dat is geen spreekkamer, dat is de deur van de nooduitgang. Kan ik u verder nog van dienst zijn?” De receptioniste kijkt verbaasd.
Aan het plafond boven de balie ziet de fysio nu ook het bord hangen met de tekst: MINISTERIE VWS – Hulpmiddelen Zorgverleners.
“Eh ja mevrouw. Ik kom voor dat cassettebandje dat ons fysiotherapeuten geadviseerd werd door minister Hoogervorst.”
“Bedoelt u het cassettebandje van de Teleac-cursus Omgaan met Administratieve Werkstress via de Methode Jacobsen?”
“Jawel, hopelijk hebt u nog wat voor mij, want het gaat niet goed met mij en de anderen.”
“Geen nood hoor, u bent inderdaad niet de enige, het loopt gewoon storm. Minister Hoogervorst vindt het een leuk afscheidscadeau, want hij denkt dat jullie het erg moeilijk gaan krijgen zonder hem.”
“U bedoelt waarschijnlijk dankzij hem mevrouw. Waarom moet ik die trouwens hier komen afhalen? Ik moet daarvoor 250 km. heen en terug rijden én een vrije dag opnemen. U kunt ze toch ook per post toezenden?”
“Meneer Hoogervorst vindt dat toch te riskant met jullie,” antwoordt de mevrouw.
“U kunt toch acceptgiro’s meesturen met de bestellingen?” werpt onze collega tegen.
“Eh, meneer Hoogervorst vertrouwt dat niet, hij verwacht dat jullie niet zullen betalen, omdat hij denkt dat jullie hem niet aardig vinden. Hij leest namelijk elke dag jullie nieuwsgroepen is zeer teleurgesteld over het rapportcijfer nul dat jullie hem gegeven hebben”
“Wat is die man kinderachtig zeg. Wij zullen hem niet missen als hij op de puinhopen van de Zorg zijn zakken elders gaat vullen. De rattenvanger van Den Haag verlaat het zinkende schip dat Zorg heet!” spuwt de fysio vuur.
“Tja, dat vindt ú. Hoeveel wilt u er hebben?” mauwt de secretaresse.
“Ik wil er 500. Ik moet die per post gaan rondsturen,” stelt onze collega wrevelig.
“O ja? Hoe komt ú dan uit de kosten?”
“Ik ga eerst bij elke collega een postzegel ophalen.”
“O da’s handig bekeken zeg hi hi. Kijkt u eens, alstublieft, we hebben er precies 500 voor u in deze doos verpakt. Let u wel op dat u het cassettebandje op de terugweg níét in de auto mag afspelen…………..”
2 reacties op “ReLaxeren met VWS”
Plaats uw reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.
juli 17th, 2010 at 18:10
Wat een schrijftalent. Bedankt voor het delen van je gedachten Harry, ik heb me enorm vermaakt.
Ben benieuwd wat een psycho-analyse van de tekst zou vertellen over de auteur……….
Groet,
Edwin de Raaij
juli 17th, 2010 at 18:10
leuk geschreven hoor. Hoop dat er ook een geschreven versie met een bijbehorend cassettebandje aan onze minister is gestuurd?
groeten, Karin Speelman, Harmelen.