Altijd een idee gehad dat medicamenten uitvoerig getest moesten worden voordat ze op de markt kwamen. Nieuwe geneesmiddelen worden beoordeeld door het College ter beoordeling van nieuwe geneesmiddelen (CBG) voert het toelatingsbeleid uit voor het op de markt brengen van nieuwe geneesmiddelen in Nederland. Zo staat het althans wel op de site van het Nationaal Kompas Volksgezondheid. Werkzaamheid, schadelijkheid en kwaliteit zijn hierbij van belang, alsmede doelmatigheid, vervolgt het document en de toekomstige prijs van het geneesmiddel speelt daarbij geen rol. Vervolgens adviseert het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) of het nieuwe geneesmiddel wordt opgenomen in het vergoedingenpakket.
Zoals de afgelopen dagen breed in het nieuws wordt uitgemeten staat de verstrekking van de medicijnen voor de ziekte van Fabry en de ziekte van Pompe op de tocht, omdat ze met resp. ruim 200.000 en 700.000 euro toch wel wat aan de hoge kant zijn. Maar je zult deze ziekte maar hebben. Het conceptadvies van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) heeft een van de argumenten is dat de kosten wegen niet meer op tegen de gezondheidswinst die de patiënten behalen.
Om goed gedegen onderzoek te kunnen doen is het lastig bij zo’n kleine populatie, volgens redacteur gezondheidszorg Rinke van den Brink. Bij Fabry gaat het om 60 en bij Pompe gaat het om 115 patiënten. Toch is dat wel weer opmerkelijk. Immers voordat het medicijn op de markt mag komen heeft uiteindelijk het CVZ destijds wel het besluit genomen om het op de markt te brengen, zonder dat duidelijke onderzoek wordt het nu weer teruggedraaid. Specialisten zeggen dat het voorgenomen besluit te vroeg wordt genomen en dat er meer onderzoek op europees niveau moet worden gedaan. Dit verschijnsel zien we wel vaker dat besluiten worden genomen voor het onderzoek is afgerond.
Ik moest gelijk denken aan het besluit om fysiotherapie voor de categorie reumatoïde artritis volledig te schrappen uit het basispakket met ingang van dit jaar. In tegenstelling tot de ziekte van Pompe en Fabry, is de verzamelde Reuma groep bepaald geen kleine groep. Nederland telt twee miljoen mensen een reumatische aandoening. Uiteraard hoeft niet iedereen behandeld te worden, maar enige ruimte om besluiten op de werkvloer te kunnen nemen was wel wenselijk geweest. Onderzoek is er behoorlijk uitgevoerd op diverse terreinen. Hierbij heeft de reumapatiëntenbond weinig tot geen effect gehad op het besluit en is het voorgenomen besluit van CVZ een definitief besluit geworden. Uiteindelijk moet de afname in de fysiotherapeutische zorg voor de Reumagroep een besparing opleveren. Indien de kosten voor medicijnen voor Skeletspierstelsel voor 2012 gaat toenemen (was gemiddeld zo’n 160 miljoen) dan heeft de farmacie toch weer gewonnen.
Recente reacties