Een grappige bel rinkelde, zo klassieke als men bij hotelbalies ziet. De bel was bedoeld om nieuwe patiënten de gelegenheid te bieden een van de hard werkende fysiotherapeuten uit de behandelcabine te lokken.
Lees verder »
Onze collega Steijn uit het Haagse, tegelijk redacteur van het wijkblaadje “Het Haagsche Hopsje”, en begin 2006 bij ons bekend van een ooit geruchtmakend interview met Hans Hoogervorst naar aanleiding van diens aversie tegen het zich ongebreideld aanvullend verzekeren van miljoenen Nederlanders, loopt met zijn poedeltje na een drukke werkdag ten gevolge van dié vele aanvullend verzekerden in Scheveningen langs het Zwarte Pad omhoog. Opeens kijkt hij verbaasd naar voren, daar loopt een man met een eenorige Pitbull; hij herkent met een schok het ook al afstaande linker oor van de driftig stappende man.
Lees verder »
De ruimte oogde niet bepaald comfortabel, uitnodigend of rustgevend. Neutraal op z’n best uitgedrukt. Kale, witte wanden met een paar voor haar nietszeggende posters, een behandelbank, een stoel, een kruk, een etagère gevuld met een rariteitenkabinet, zulke dingen dus. Op een roltafeltje stond een kil, stil afwachtend apparaat; het straalde iets dreigends, intimiderends uit. Waarom werd dat apparaat niet pas binnen gerold als gebleken was dat men het nodig had, zeurde het in Marjans opvliegerige – ook dat nog – hoofd.
Lees verder »
“There is no such believe as unbelieve in truth.”
Onlangs vond ik een oude jeugdfoto waarop ik met enkele vriendjes aan het voetballen was met een alternatieve voetbal, want vroeger werd er maar sporadisch geld uitgegeven aan speelgoed. Als er toen bij ons thuis een varken geslacht werd, kreeg ik van de slachter de nog warme en kleffe varkensblaas. Nadat er 2 wasknijpers op de ureters vastgezet waren werd er een strootje in de urethra(!) gepriegeld en kon de varkensblaas met enige moeite opgeblazen worden tot een stevige, blauw dooraderde ballon; tegenwoordig in onze ingeblikte maatschappij een akelige enge gedachte, maar toen dicht bij het sobere bestaan. Vervolgens werd de nieuwe voetbal enkele dagen gedroogd achter het snorrende fornuis. Daarna was er korte tijd veel voetbalpret, evenwel aldra tenietgedaan door een grote, lummelige buurjongen die zó’n hijs gaf aan de multifunctionele blaas dat deze scheurde en Craquelé verrimpelde tot iets wat nu zou lijken op de piratentronie van Keith Richard.
Lees verder »
“Goedemiddag, meneer Oldwief, neemt u plaats.” Aldus begroette dr. Karla Jung-Freud haar langlopende patiënt. Meneer Oldwief ging evenwel niet op haar begroeting in, hij knikte ernstig glimlachend: “Mag ik heden dans le banc capitonné Karla?” probeerde deze Onke Oldwief zichzelf naar een overwichtpositie te manoeuvreren.
“Bien sur mon cher patiënt,” schaakte Karla in de tegenzet. Lees verder »
‘n Catharsis tegen de Verdrukking in
Een cv van Hans Hoogervorst in de Volkskrant:
‘Kan overal aan de slag in het bedrijfsleven, en gaat dan in een jaar meer verdienen dan nu in een kabinetsperiode. Heeft het als VVD minister uitstekend gedaan op een lastig departement(VWS), met de invoering van het nieuwe zorgstelsel als magnum opus. Kan grote klussen klaren, een pré voor het bedrijfsleven. Heeft slim laten weten nu te willen vertrekken om niet te “Haags” te worden. Goed ingevoerd in een aantal bedrijfstakken, financieel onderlegt als oud minister van Financiën, weet hoe de hazen lopen in Den Haag. Daarom zeer interessant voor verzekeraars en farmaceutische bedrijven. Wordt ook genoemd bij PGGM.’ Lees verder »
Interdisciplinaire omgangsvormen/normen, -communicatie, stress en denkbare inhaligheid.
Bij een neuroloog leidde het ooit tot een misprijzende blik toen ik de naam van mijn beroep vrijwillig opdiende. Dat kwam niet voort uit het feit dat hij beroepshalve daarnaar informeerde, maar omdat hijzelf met een ingegipste, gefractureerde enkel op een kruk rondhupte. Mijn fout was feitelijk dat ik mijzelf – uiteraard voor de grap(?) – aanbood als behandelend fysiotherapeut. Tamelijk respectloos meldde de neuroloog dat hij niet veel vertrouwen had in ons beroep. Zó’n plank voor zíjn kop, want hij stelde achteraf wel tamelijk cru dat hij niets kon betekenen voor mijn Bells Palsy. Aangezien hij ook niets meer voor mij kon betekenen heb ik hem dan ook maar niet proberen uit te leggen dat hij de kruk heterolateraal moest gebruiken. (..) Trouwens bij een second opinion bij de KNO arts kreeg ik alsnog een stootkuur Prednison, en deze prescriptie heeft in ieder geval de kans op volledig herstel vergroot, hetgeen ook inderdaad gebeurde. Lees verder »
Sheng Cheng Tscheng loopt zwaarbeladen met een tennistas vol overbodige rackets de trappen omhoog richting uitgang catacomben cq. ingang court. Hij kijkt ietwat bedremmeld naar boven naar de voor hem omhoogklimmende opponent, in vergelijking met hem een coryfee.
Welnu deze opponent is ook de enige reden dat hij op Court One mag spelen en niet het feit dat hijzelf in al zijn oosterse bescheidenheid de eerst ronde overleefd heeft op bijbaan 16. Lees verder »
Met een onvoorwaardelijke zucht ploft mevrouw Kletsma in de blauwe Ikea-stoel, meteen daaropvolgend haar horloge polsend om te klokken; zíj is in elk geval op tijd. Ietwat bevooroordeeld calculeert ze alvast in dat haar uitverkoren fysiotherapeut dat nog maar waar moet maken. Ontegenzeggelijk is haar rijke ervaringswereld in de zorg vergeven van de tijdsoverschrijdingen. Van tandarts tot huisarts, van shrink tot specialist, zelfs de apotheek permitteert zich 10 minuten bereidingstijd voor een recept. Allemaal last van het uitgezakte horlogesyndroom van Dali. Lees verder »
Behoudens het al dan niet grappig zijn van dergelijke woordspelingen voldoet deze in elk geval aan de wet van alliteratie. Zo worden ook de Suske en Wiske strips meestal uitgebracht met klinkende titels als “De Roepende Roeiende Riemen” of “Het Zotte Zilte Zout van de Panne”. Maar dat zijn dan slechts simpele beginmedeklinkers, waarbij ik mij niet ongunstig wil uitdrukken over de schrijfgewoonten van Willy Vandersteen. Lees verder »
Recente reacties